Mededelingen

Rekenen

Tafels

De meeste kinderen hebben in groep 4 de tafels 1 t/m 6 en 10 al gehaald. In groep 5 is het de beurt aan de tafel van 7, 8 en 9. Elke woensdag (misschien ook vrijdagochtend) worden de tafels overhoord bij de kinderen die de tafel van die maand nog niet gehaald hebben. We vragen dan van een tafel alle sommen door elkaar. Binnen 3 seconden moet uw kind dan het goede antwoord hebben gegeven. 
 
augustus Tafels 1-6, 10?
september Tafel van 7
oktober Tafel van 8
november Tafel van 9

Streven is dat iedereen de tafel in de maand van het schema haalt, maar eerder mag natuurlijk ook. Om te voorkomen dat gehaalde tafels ongemerkt “wegzakken”, blijven we dit d.m.v. tempotoetsen volgen. (Begin december is het iedereen gelukt om alle tafels te halen).

Tempotoetsen
De kinderen krijgen wekelijks een tempotoets op donderdag (4 minuten) die meetelt als cijfer voor automatiseren op het rapport. Ze krijgen deze mee naar huis, zodat u kunt zien of uw kind op niveau is. We wisselen de onderwerpen optellen t/m 20, aftrekken t/m 20 en vermenigvuldigen (tafel 1-10) af. Voor een 6 heeft uw kind ongeveer 50 goede antwoorden nodig (na januari zal dat na elke maand 1 meer moeten zijn). De ervaring is dat veel kinderen aan het begin van het jaar laag scoren en dat hun scores steeds iets verder stijgen tot een cijfer waar ze steeds trotser op zijn. De eerste 3 tempotoetsen zullen nog niet meetellen, omdat in de zomervakantie de basissommen wat weggezakt zijn.

Oefensites
Een manier om thuis uw kind gericht tafels te laten oefenen/herhalen, is met de website http://www.tafels-oefenen.nl/. Je stelt de te oefenen tafel(s) in en het programma houdt per som bij of uw kind de som goed heeft en of dit ook snel genoeg gebeurt (d.m.v. kleuren). De sommen die fout waren of niet snel genoeg, worden vaker teruggevraagd. Totdat alle somkaartjes groen zijn.  Zelf een oefenblad maken voor +, - of x-sommen kan met  www.sommenmaker.nl. Op www.redactiesommen.nl zijn verhaaltjessommen te vinden.
 
  
Spelling

Oefenpakketje
Op maandag 6 september hebben jullie het oefenpakketje voor spelling op de infoavond meegekregen, waarmee jullie kinderen al hun dictees van dit jaar kunnen voorbereiden. Tijdens de ouderavond hebben we hier meer informatie over gegeven. Via Klasbord en deze website geven we per blok aan, wanneer het dictee en het oefendictee is en over welke kaarten deze zal gaan.

Blok 8:     dictee 1: woensdag 15 juni     dictee 2: dinsdag 21 juni
 

Het dictee van blok 7 is door bijna iedereen goed gemaakt. Met enkele kinderen hebben we de c-woorden nog eens extra geoefend. Na de meivakantie beginnen we aan het laatste blok van dit jaar. We geven al wel vast door waar deze over zal gaan. De dicteedata hoort u later nog van ons. We zullen langer over dit blok doen dan normaal, omdat we de tijd hebben en tussendoor ook nog een citotoets zullen maken.

  • R1: woorden op -d en -t
  • R5 (ABC): woorden met meer lettergrepen
  • R7: hoofdletters en leestekens
  • O5: woorden met ch, cht en gt
  • O6: struikelblokken
  •  

Alleen afspraak R7 is nieuwe stof. De overige afspraken zijn al eerder in een dictee geweest. Voor R7 moeten de kinderen weten wanneer ze een hoofdletter moeten gebruiken en wanneer en waar welk leesteken. Er zal een zin op het bord staan waar ze een vraag over moeten beantwoorden:

  • Mijn broer woont in hengelo. Welk woord had behalve "mijn" ook met een hoofdletter geschreven moeten worden? (Hengelo, omdat dat een plaats uit de aardrijkskunde is)
  • Mijn hamster harry is al 5 jaar oud. Welk woord had behalve "mijn" ook met een hoofdletter geschreven moeten worden? (Harry, dat is de (eigen)naam van de hamster)
  • Ik ben gek op fietsen schaatsen en zwemmen. Tussen welke twee woorden hoort een komma? (tussen fietsen en schaatsen, want dit is een opsomming en er staat hier geen "en" tussen deze twee woorden)
  • Een dag later zei hij "Je moet nog wel de heg knippen." Tussen welke twee woorden hoort een dubbele punt te staan? (tussen hij en je, want na hij staat wat hij precies heeft gezegd)
  •  
Oefentips
  • Begin op tijd.
  • Liever vaker kort oefenen, dan één keer heel lang.
  • Leer niet alleen de woorden. De kinderen moeten de uitleg erboven ook snappen, zodat ze dit kunnen toepassen op woorden die niet op de kaart staan.
  • Bij de onthoudwoorden worden vooral de woorden gevraagd die nieuw zijn en bovenaan staan op de woordkaart.
  • Herhaal het eerder geleerde.
  • Vraag woorden uit verschillende afspraken door elkaar.
  • Gebruik de stappen: luister - zeg na - denk na - schrijf op - kijk na.

Lezen

Leestips
  • Wanneer je E4 hebt gehaald, kun je in principe alle boeken lezen. Een moeilijk boek lezen kost dan alleen meer tijd en energie.
  • De indeling in A-, B- en C-boeken is een indeling op leeftijd. De overgang van A naar B ligt rond de 9 jaar en van B naar C rond de 12. Natuurlijk zijn er verschillen tussen kinderen.
  • Zorg dat lezen leuk blijft. Laat ze boeken kiezen die zij leuk vinden. Neem ze mee naar de bibliotheek. Lees ook eens samen met ze of lees ze voor. Daar zijn ze nooit te oud voor.
  • Sommige kinderen oefenen op school in een groepje. We zouden het fijn vinden als de leesbladen die ze mee naar huis krijgen, thuis ook nog een keer gelezen worden. 
Leesresultaten en plan
Eind groep 4 zijn er avi-leestoetsen afgenomen en bijna iedereen zit op niveau of daar boven. Met de kinderen die E4 nog niet hebben gehaald, gaan we wekelijks in een klein groepje 4x gericht oefenen om het volgende niveau te halen. Met kinderen die precies op niveau zitten, oefenen we ook 4x per week voor niveau M5. Elke vrijdag krijgen ze hun oefenblad mee naar huis om dat nog één keer met jullie te lezen. De week voor de herftsvakantie zijn ze getest. Zes kinderen gaan nu een hoger niveau oefenen of hoeven niet meer o.b.v. een juf te oefenen. Eind januari hebben 4 kinderen weer een niveau gehaald. Nu oefenen er nog 2 kinderen niveau E4 of M5. De rest van de klas krijgt pas in januari hun eerste avi-toets.
De rest van de klas maakt tijdens het stillezen genoeg leeskilometers om in januari vooruit te gaan. Aanvankelijk vooral d.m.v. leesboeken. Later ook met informatieboeken, informatieve tijdschriften en strips. We hebben een leeshoek met chillkussens, waar steeds andere kinderen een keertje in mogen lezen.
Er zijn ook DMT-toetsen afgenomen eind groep 4. Kinderen die een V of IV-score haalden in januari, oefenen woordrijen minimaal twee keer per week o.b.v. een leerkracht of klassenassistent.
Daarnaast besteden we elke woensdag met de hele klas aandacht aan tempolezen van woordrijen in tweetallen. Ook doen we aan het eind van elke leesles flitsoefeningen op het digibord met de hele groep. 

Afgelopen januari zijn alle kinderen getest: De klas is mooi vooruit gegaan. Bijna iedereen is op niveau en heeft M5 gehaald. Met enkele kinderen oefenen we verder op E5 (in één geval M5) en in april testen we hen weer. KInderen met een IV of V score voor de DMT-toets, blijven wekelijks woordlijsten oefenen o.b.v. een leerkracht/onderwijsassistent.
 
 
Taal    taaltoets blok 7: woensdag 13 april en donderdag 14 april

Woordenschat
Gedurende het jaar krijgen de kinderen ook 8 taaltoetsen, waar ze niet voor hoeven leren. Één van de onderdelen van elke taaltoets is “woordenschat”. Sommige kinderen vinden het fijn om de woorden die in de lessen al behandeld zijn, ook thuis voor de toets nog een keer door te kunnen lezen. Daarom hebben we iedereen een pakketje meegegeven met per blok alle 30 woorden die in de toets gevraagd kunnen worden. Herkennen is genoeg. Kinderen hoeven niet de definitie op te kunnen dreunen.

Spreekbeurt
Het houden van een spreekbeurt in groep 5 is niet verplicht. De kinderen die geen spreekbeurt houden, kunnen al wel de kunst afkijken bij klasgenoten die al wel willen. In januari gaan we het onderstaande doornemen met de kinderen en vanaf dan kunnen ze zich opgeven. Wacht niet te lang, want anders zijn alle plekken al vol. Het voorbereiden van een goede spreekbeurt kost tijd, dus de eerste is op zijn vroegst na de voorjaarsvakantie aan de beurt. 
Begin op tijd, minstens 3 weken voor je spreekbeurt.
  • Week 1: onderwerp kiezen en spullen verzamelen
  • Week 2: tekst schrijven/presentatie maken
  • Week 3: tekst leren/presentatie oefenen 
  1. Zoek een informatieboekje over je onderwerp in de bibliotheek. De boekjes uit de “Informatie Junior-reeks” zijn heel geschikt voor je eerste spreekbeurt.
  2. Lees het boekje helemaal door.
  3. Schrijf bij elk hoofdstuk in het kort met je eigen woorden op wat je gelezen hebt en wat je dus gaat vertellen aan de groep.
  4. Verzamel spullen en/of maak een Powerpointpresentatie (op een USB-stick); hoofdstuktitels, plaatjes, filmpjes en steekwoorden (geen hele zinnen)
  5. Leer de tekst en oefen de presentatie. Je mag wel je tekst of spiekblaadje erbij houden, maar het is wel de bedoeling dat je vertelt en niet voorleest.
  6. Schrijf in ieder geval je titel en de hoofdstukken op het bord (of in je Powerpointpresentatie) en leg de spullen klaar die je wilt laten zien.
  7. Begin je spreekbeurt met een inleiding. Je vertelt in het kort waar je het over gaat hebben.
  8. Tijdens het vertellen kun je dingen laten zien, b.v. plaatjes, voorwerpen, filmpjes/filmfragmenten.
  9. Aan het eind van je spreekbeurt kun je vragen stellen aan je groepsgenoten. Natuurlijk mogen zij ook vragen stellen aan jou.
Bij de beoordeling wordt gelet op voorbereiding, houding, vertellen, hulpmateriaal, bordgebruik, inhoud en vragen. Alles bij elkaar duurt de spreekbeurt ongeveer 10 minuten. Veel plezier met het maken en geven van je spreekbeurt.